Skip to content

2013 Is een keurig jaar. Niet veel mis mee, niet veel bijzonders. Gewoon, een prima jaar. Althans, dat was de beleving tot zover. Op 5 juli 2013 gebeurde er iets unieks. De wereld stond stond even stil tijdens de 100 meter van Daniël van Scherpenzeel bij de trackmeeting. Opgegroeid in metropool Hollandsche Rading, begon hij op 8-jarige leeftijd met atletiek. Hij bleek al snel over talent te bezitten, getuige zijn plek op de allertijden ranglijst bij de pupillen A. Nee, die Daniël, daar hoefde men zich geen zorgen over te maken, hij zou er wel komen.

Toen begon het. Kleine Daniël werd een grote Daniël, en gekoppeld aan zijn groei begonnen er pijntjes te komen. Meerkampambities werden voorlopig ingevroren, er werd vooral op hordelopen en sprint gericht. Maar, zoals zo vaak in dramatische verhalen was er meer tegenslag, ook de sprintonderdelen leken te belastend. Naast de meerkampambities moesten ook de sprintambities voorlopig in het vriesvak, en waren trainingen vooral gericht op rustig heropbouwen.

Ondertussen was Daniël 17 jaar. Sporadisch werd er geworpen op een wedstrijd, maar dat wat echt geambieerd werd was nog niet mogelijk. Zoekend naar oplossingen had de hele wereld hem al opgegeven en zat hij diep in de spreekwoordelijke put, tot het wolkendek openbrak en er een engel voor hem neerdaalde uit de hemel. Janet Hulshof, zijn trainster op dit moment, zag nog een stukje horizon in deze uitzichtloze situatie. Met deze ietwat idealistische insteek werd er jaren gewerkt aan een mogelijke terugkeer, wat vaak met een stap achteruit en vervolgens met twee stappen vooruit ging. Pijn was nog altijd aanwezig, maar na jaren van vallen, nog meer vallen, en opstaan, sprak hij de ambitieuze woorden: “Ik ga een 100 lopen”. John F. Kennedy was “ein Berliner”, Martin Luther King had “a dream”, en Daniël ging “een 100 lopen”. Geschiedenis zou geschreven worden.

Op 5 juli 2013, op 20-jarige leeftijd, was het de dag des oordeels. Na een treinreis waar de wedstrijdspanning flink op begon te komen kwam hij vroeg aan op de atletiekbaan in Utrecht, waar hij aan een voorzichtige warming-up begon. Na drie kwartier lopen, rekken, loopscholen en voorzichtige versnellingen mochten de sprintspikes aan. Nu werd het menens.
Omstreeks half 8 op deze vroege zomeravond was hij aan de beurt voor zijn 100 meter. Het startblok werd ingesteld, er werd een voorzichtige proefstart gemaakt en hij was klaar. De starter gaf het commando (“op uw plaatsen”) om in de blokken te gaan zitten. “Klaar….” en daar ging Daniël. Nog voor het startschot schoot hij uit zijn blok. Een schrikreactie was het gevolg. Chaos. Paniek. Mensen schreeuwden, kinderen huilden, enkelen vielen zelfs bijna flauw. Zo kon het niet eindigen. Zo mocht het niet eindigen. De startjury leek het hiermee eens te zijn, want er werd een herstart aangekondigd, en Daniël mocht het opnieuw proberen.

Het startschot van de herstart klonk. Als een jong veulen schoot hij uit het blok. Als een vuurpijl. Als een dankbaar zeehondje wat eindelijk werd vrijgelaten in de Waddenzee op een druilerige dinsdagochtend. Maar dit was geen dinsdagochtend. Dit was Daniël, en het was een zonnige vrijdagavond. Jaren van frustratie, wanhopig aanvoelende training en pijnlijke fysiobehandelingen liet hij hier definitief achter zich, door vol souplesse voor de rest uit richting de finish te sprinten. Het publiek ging uit zijn dak, want dat hij zo hard zou gaan had niemand verwacht. Een overmachtige overwinning in 11,58 seconden werd behaald! Daniël ging op de schouders, de champagneflessen werden ontkurkt en heel Utrecht scandeerde zijn naam. Ter vergelijking: het persoonlijk record stond ‘ergens’ in de 13 seconden.
 
De wereld stond dus even stil. 11 Seconden en 58 honderdsten lang om precies te zijn. In extase en vol ongeloof reisde iedereen terug naar huis, wat voor Daniël in Hollandsche Rading was. Heel het dorp was uitgelopen, en alle zes de inwoners wachtten hem op om in polonaise naar zijn huis te lopen. Nog vol van de adrenaline werd de slaap uiteindelijk gevat, dromend van de droom die werkelijkheid werd. Alles klopte. Behalve de wind, want die was +2.1.

Dirk-Jan Graat

Back To Top