Skip to content
  • Blog

Een recente analyse van de resultaten van 200 en 1000 km ultralopen laat zien dat de gemiddelde finishtijd van de vrouwen beter is dan die van de mannen. Zou de voorspelling van het toonaangevende wetenschapsblad Nature uit 1992 dat vrouwen de mannen op de lange afstand gaan inhalen, dan toch uitkomen? Het artikel uit 1992 keek naar verbeteringen van de vrouwen en mannen in de loop van de tijd. En ja, de vrouwen zouden de mannen voorbijstreven wanneer de verbeteringen zich volgens de trend zouden voortzetten.

In 1997 kwam daar nog eens een heel slim onderzoek overheen. Er werd gekeken naar mannen en vrouwen die zowel meededen aan de Two Oceans over 56 km als aan de Comrades marathon over 90 km. De vrouwen waren relatief beter op de langere afstand. Het is dan ook geen gekke gedachte dat vrouwen bij toenemende afstand de mannen overtreffen.
Waar staan we nu? Sinds de analyses uit 1992 en 1997 is er veel gedacht, geanalyseerd, gerekend en geschreven over vrouwen die de mannen al dan niet voorbijsnellen op de lange afstanden. De brede consensus anno 2015 is dat mannen domweg beter gebouwd zijn voor het hardlopen dan vrouwen. Mannen blijven sneller dan vrouwen. Ook als je meeneemt dat vrouwen hun inspanningen beter kunnen verdelen dan mannen. Dit is echter in strijd met het begin van dit stukje.

De kop van dit stukje is waar en tegelijkertijd een leugen. Dat is het gevolg van het ‘feit’ dat mannen dommer zijn dan vrouwen. Vrouwen gaan geen 200 km lopen als ze daar niet helemaal klaar voor zijn. Het blijkt dat de vrouwen die meedoen aan de extreem lange afstanden bijna allemaal heel degelijk presteren, terwijl er veel mannen meedoen die slecht presteren. Op die manier doen vrouwen het gemiddeld beter. Zodra je echter naar de top-10 finishers kijkt, wordt het plaatje totaal anders.  De top-10 mannen zijn 27% sneller dan de top-10 vrouwen op de 200 km. Als je bedenkt dat het gemiddelde verschil tussen mannen en vrouwen toptijden op afstanden van 100 meter tot 200 kilometer 12,4 % is, moet je concluderen dat vrouwen het met een verschil van 27% op de 200 km, op die afstand slecht doen ten opzichte van de mannen. Ik ben hier echter weer selectief aan het winkelen. Op de 100 km is het verschil in top-10 tijden slechts 10 %. Daar lopen de vrouwen hun achterstand juist in.

Conclusie: Wees achterdochtig bij het horen of lezen over prestatieverschillen tussen mannen en vrouwen. Het kan enorm uitmaken of je alle resultaten meeneemt, top-10 resultaten vergelijkt of alleen naar wereldrecords kijkt.
Over wereldrecords gesproken. Vorige maand werd een analyse gepubliceerd waaruit moet blijken dat het marathonrecord van Paula Radcliffe (2:15’25) vergelijkbaar is met een tijd van onder de twee uur voor de mannen. Kom op mannen!

Siebe Turksma

Back To Top