Skip to content
  • Blog

Onlangs heb ik bijscholing van Siebe gehad over het opstellen van trainingsschema's.
Als je die een beetje serieus maakt moet je op een hoop letten, zoals het afwisselen van tempo's binnen een training (rustig, vlot, hard); van soorten training binnen een week (duurloop, interval, vaartspel); en ook nog de opbouw gedurende een langere tijd (rustblok, opbouwblok, krachtblok). In het optimale geval bepaal je een doel (of meerdere doelen) ergens in de toekomst en maak je een schema dat je daarvoor wetenschappelijk verantwoord klaarstoomt.
Tot zover theorie.

In een minder optimaal geval gaat het echter zo. Op maandagmorgen hoorde ik een collega zeggen dat hij een startnummer voor Egmond over had. Niet tegen mij, maar de boodschap bleef toch hangen. Eind van de middag, net voor ik naar huis ging, informeerde ik toch maar eens of hij dat nummer al kwijt was. En nee, dat was niet het geval. Sterker nog, hij drukte het in mijn handen en wilde het niet meer terug.

Dus daar zat ik dan, met mijn startnummer, voor aanstaande zondag. Geen tijd meer voor specifieke training of wat voor voorbereiding dan ook. Ok, in een ver en grijs verleden heb ik de halve van Egmond een paar keer gelopen, waarvan eentje zelfs binnen de 2 uur(!) …. maar even voor ieders tijdsbegrip: dat was nog kinderloos, met mijn toenmalige vriendje Marcel, zelfs nog zonder mobiele telefoon! En sinds mijn laatste, enigszins dramatisch verlopen, halve marathon in 2009 roep ik steevast: nooit meer! Of: pas als ik weer drie keer in de week kan trainen en dat bij thuiskomst dan de warme prak klaarstaat. Dus nu dan ineens weer wel?
Aan de andere kant: ik ben nog altijd keurig 2x in de week aan het trainen, en de Zevenheuvelenloop onlangs ging best goed. Bovendien heb ik van die twee keer Egmond wel de beste taktiek onthouden: je kijkt op dat strand rond tot je een lange, brede loper ziet die nét een pietsie langzamer loopt dan jij zelf, daar kruip je dicht achter en je laat hem pas los bij Castricum. Dan hoef je alleen de 2e helft nog maar, en wandelen kan altijd nog, nietwaar? 
Dus vol goede moed ging ik de strijd aan.

Poeh, dat viel nog best tegen! Het was weliswaar prachtig weer (vrieskou met zonnetje) maar zelfs dan is 7 kilometer strand geen kattepis. De lange brede steunloper was niet echt nodig ivm meewind, het voornaamste probleem was nu om droge voeten te houden bij het springen over 'strandmeertjes' en de stroompjes van die meertjes terug naar zee. Bij Castricum tegen het duin op ben ik volgens planning maar even gaan wandelen. Daarna ging het wel, maar bij 16 kilometer was mijn sportdrank op en mijn inwendige energievoorraad ook. Dus weer even wandelen, beetje stretchen en weer verder sukkelen. Om me heen was het niet echt een dolle boel, het was nogal stil met hooguit wat gehijg. Waar is de tijd dat ik nog boeiende conversaties hield met wildvreemden op zo'n loopje? Heeft de I-pod de gezelligheid uit de loopjes gehaald? Nou ja, zelf was ik misschien ook niet heel sprankelend meer… Bij 19 km tegen de Bloedweg op nog maar ‘ns wandelen en toen de rest in een sukkeltempootje uitgelopen. Een tijd van 2.08 is niet echt top natuurlijk, maar: I did it!

En zo is dan het bewijs geleverd dat specifiek trainen echt wel zin heeft (loop je doorgaans toch een wat snellere tijd mee) maar dat je soms ook maar eens wat stoms moet proberen om jezelf over een klein trauma heen te helpen. Voor die goeie tijd in de jaarlijst 2013 moet ik dan nog maar eens inschrijven voor een andere halve marathon… nu ik Egmond heb overleefd kan ik elk loopje aan!

Back To Top